Hoofdgedachten goes abroad! Voor dit interview heb ik het letterlijk over de grens gezocht. Van het Duitse regionale dagblad de Neue Rhein Zeitung (NRZ) spreek ik met redactiechef Andreas Gebbink van de regio Kleve. En dat doen we in Café d’n Hertog in de Hertogstraat in Nijmegen, waar foute Hollandse klassiekers door de ruimte galmen en het gokautomaat permanent bezet is. Een groot geluk voor mij is dat hij perfect Nederlands spreekt.
Andreas Gebbink begon op de middelbare school al met schrijven voor de NRZ, en is daar tot op de dag van vandaag nooit mee opgehouden. Na de studies politieke wetenschappen, geschiedenis en Niederlande studien/Duitsland studies ging hij meteen vast freelancen in Xanten. Na een twee jaar durende interne opleiding waar alle lokale redacties en projectredacties als media en binnenland allemaal aan bod kwamen werd het tijd voor een vast contract. Jarenlang heeft Gebbink op de regioredactie Niederrhein gezeten en is sinds vier jaar de redactiechef in Kleve. Toch wel een ambitie, volgens Gebbink. De ontwikkelingen in het medialandschap zijn nagenoeg hetzelfde geweest de afgelopen jaren. Toch heeft deze redactie er een vrij uniek samenwerkingsverband aan over gehouden.
”Wij hebben twee maanden geleden grote omslag gehad. We hadden 5 redacteuren en sportredactie in Kleve. Nu hebben we samenwerking met onze concurrent de Neue Rheinische Post (RP), waarbij we inhoudelijk onze kranten uitwisselen. Vrij uniek in Duitsland, dat zie je nergens anders. Meestal heb je in Duitsland op een plek gewoon één krant. In onze regio de Niederrhein van Kleve-Emmerich tot Düsseldorf dus twee kranten. De oplagecijfers daalden en dan vraag je jezelf af hoe kunnen we zelfstandig blijven draaien. Toen zijn we gaan samenwerken qua inhoud. We hebben allebei nog een eigen lokaal gedeelte maar we mogen dingen overnemen van elkaar. Over het rechtse gebied van Niederrhein waar steden als Emmerich, Wesel, Dinslaken en Duisburg leveren wij ons nieuws aan de RP en uit de regio Kleve, Xanten en Düsseldorf krijgen wij het nieuws van hen.”
”Daarmee zijn we ook van 5 naar 3 personen op de redactie gegaan, waaronder ik. Nu mogen wij kiezen wat we overnemen en wat we zelf maken. Onze taak is nu dus om de feeling van de NRZ hoog te houden. We maken het onszelf wel veel moeilijker. Als je in details treedt maken we het onszelf bijna onmogelijk; zij zijn conservatief en wij links-liberaal dus dat past inhoudelijk ook niet bij elkaar. Ik mag nog wat freelancers inhuren, dus ik probeer nu met mijn collega’s en drie freelancers toch een vrij eigen krant nog te maken.”
Het doel van de samenwerking is dat er genoeg geld vrij komt om beide kranten te kunnen behouden. Dat is gelukt. Veel geld is bespaard en daarmee is ook een mogelijke fusie voorlopig even van de baan. En alsof één unieke samenwerking nog niet genoeg is, zijn er momenteel onderhandelingen met het Europese grensoverschrijdende, interregionale samenwerkingsverband Euregio over correspondenten. Een journalist van de NRZ gaat fungeren als correspondent vanuit De Gelderlander en een journalist van De Gelderlander doet dat bij NRZ.
”Volgende week gaan we weer met De Gelderlander om de tafel zitten. Het zou een hele mooie zaak zijn als dit doorgaat. We hebben allebei te weinig geld om nog echt iemand daar voor in te huren. Allebei hebben we het moeilijk in deze tijd. We gaan kijken hoe we misschien een meerwaarde kunnen creëren voor de krant. Europees gezien ook erg uniek als het lukt, het bestaat nog niet. Dan gaan we een nauwe samenwerking aan en als Euregio daar vooral financieel een bijdrage aan wilt leveren is dat geweldig.”
”De RP is hier niet bij betrokken, dus dan onderscheiden we onszelf ook weer van hen. Dat is ook mijn doel, om daar meerwaarde uit te halen. Ik heb zelf de ambitie om een echt eigen krant te maken, want het is toch vreselijk als je van alles over moet nemen van je concurrent. Want we concurreren wel nog gewoon.”
Hoewel de ontwikkelingen gelijk lopen, zou je denken dat in Duitsland een veel grotere markt ook meer kranten betekent. Dat een klein land grootser is wat dat betreft, verbaast ook Gebbink.
”Opmerkelijk vind dat er überhaupt nog veel kranten bestaan in zo’n relatief klein land als Nederland, ook landelijk. Vergeleken met Nordrhein Westfalen, daar is dat veel minder en landelijk ook. Terwijl Duitsland een veel grotere markt is.”
Gelukkig is er in deze toch wel moeilijke tijd voor kranten af en toe een lichtpuntje te zien. Zo ook vlak over de grens, bij de NRZ.
”We hebben dit jaar een oplagegroei van 6,5% gehad, wat echt geweldig is want dat hebben we al jaren niet meer gehad. Dan zie je toch dat je wordt gewaardeerd, en de inhoud is niet zo slecht dat mensen hun abonnement opzeggen maar juist meer mensen erbij komen. De inhoud blijven we versterken met bijvoorbeeld nieuwe columnisten.”