Zeven hoofdredacteuren. Twee redactiechefs, waarvan één van een Duitse krant. Een directeur van een fonds voor de journalistiek. Twee bekeken redacties. Twee analyses. Het is een kleine inventaris van wat de afgelopen weken de revue heeft gepasseerd. Een verzameling mensen en dingen die mij en vooral ook jullie een antwoord moeten gaan geven op de vraag:
Wat is het karakter van een hoofdredacteur en hoe houdt hij/zij de krant in dit veranderende medialandschap staande? En dan vooral: wat voor overeenkomsten zijn er tussen de karakters en opvattingen van al die hoofdredacteuren?
Waar ik begon met de uitgesproken persoonlijkheid van Huub Paulissen kwam de eerste karaktereigenschappen al naar voren: bloedfanatiek, vastberadenheid en kansen. Vooral dat tweede woord kwam bij nagenoeg iedere hoofdredacteur terug. Norbert Witjes sluitte zich erbij aan met doortastendheid. Gerben van ’t Hek bleek totaal ongevoelig voor hiërarchie. Iets wat verder niet benoemd is. De meest statische hoofdredacteur, Pieter Sijpersma, leeft bij het mantra: nooit nee zeggen. En als ik ergens een lijn zag in het karakter was het wel bij de twee Brabantse van de verzameling: Johan van Uffelen en John van den Oetelaar. Of het een Brabants tintje is of iets met Wegener, ik weet het niet. Overdonderend veel passie, durven, nieuwsgierig zijn en overtuigingskracht hebben. Dingen die hen typeren. Ook duidelijk in dat rijtje staat Ad van Heiningen.
Het is dus nogal een lijst karaktereigenschappen. Het belangrijkste is: het is geen eisenlijst. Het zijn veelal dingen die voortkomen puur uit de interesse voor nieuws en de samenleving en passie voor het maken en verspreiden van verhalen. En als je het allemaal in een paar woorden zou moeten omvatten zou het karakter van een hoofdredacteur het volgende moeten zijn:
Altijd willen knallen. En dat, als leider. Op de vraag of vroeger of nu mooier is voor de journalistiek kreeg ik alleen maar enthousiaste blikken met het antwoord dat de huidige tijd heerlijk is, een goede uitdaging vooral. Tevens is er geen enkele hoofdredacteur geweest die liet blijken dat de toekomst, die overduidelijk voor niemand in kaart te brengen valt, iets is waar ze in willen duiken, vooral niet van terugdeinzen. Overeenkomsten tussen de karakters van deze hoofdredacteuren zijn er meer dan genoeg.
Wat dan weer veel minder overeenkomsten heeft zijn de opvattingen van deze mannen over hoe je een krant moet maken, de toekomst te lijf moet gaan of je online imperium uitbouwt. Gelukkig maar ook. Het zou een saai krantenland zijn zonder die dynamiek. Bij de op karakter overeenkomende Johan van Uffelen en John van den Oetelaar is bij de eerste een eindeloze interesse in de online toekomst te bespeuren terwijl de ander – zeker niet vies van online ontwikkeling – enorm de papieren krant koestert. De Limburgse Paulissen vertelde enthousiast dat de dag voor het interview het initiatief 1Limburg was gelanceerd. Een samenwerking tussen de twee Limburgse dagbladen en de regionale omroep L1. De meningen verschillen in het diepe zuiden en het hoge noorden: Pieter Sijpersma hoefde niks te weten van een samenwerking tussen zijn Dagblad van het Noorden en de regionale omroepen RTV Noord & RTV Drenthe. Zo is bij sommige kranten zoals de Barneveldse Krant en het Dagblad van het Noorden het regionale nieuws het eerste wat je ziet als je de krant openslaat. Iets wat bij andere kranten lang niet altijd het geval is. Zo zijn er ook bij die sterk geloven in Blendle, maar ook die er niks van moeten weten of simpelweg eraan twijfelen.
Het zijn allen wezenlijke verschillen, waar principes en idealen de onderliggen toon voeren.
De een is wat verder dan de ander met online ontwikkeling. Niemand weet echter precies wat ze moeten doen om te zorgen dat het een business wordt die rendabel genoeg is om het een groot succes te noemen. Het is afwachten wat de consument doet en wil.
Hoe ze dan hun kranten staande houden in dit medialandschap?
Gewoon gaan. Verder innoveren. Proberen. Op je bek gaan. Als de journalistiek maar leeft en zolang zij voor de journalistiek leven.
Alle hoofdredacteuren hebben mij een kijkje in hun kantoor, hun karakter en hun hoofd gegeven. Iets waar ik ze enorm dankbaar voor ben. Bij mij borrelt dan alleen nog wel de vraag op: Wat gebeurt er als ik al deze hoofdredacteuren bij elkaar zet in één ruimte en ze laat sparren over de dingen die ik ze afzonderlijk heb gevraagd?
Het was een avontuur. Verhelderend. Verbazend. En vooral inspirerend. Het zit erop. Vele gedachten zijn gedeeld. Dit blog is nu een kleine bubbel vol karakter, ideeën en terugblikken. Een project waar ik zelf immens van heb genoten. Des te meer hoop ik dat jullie hetzelfde doen en hebben gedaan.